Epilepsie



Epilepsie

Je hersenen bestaan uit miljarden hersencellen die continu met elkaar samenwerken en die elkaar boodschappen sturen. Dat gebeurt via elektrische impulsen (kleine stroomstootjes) en chemische stoffen (neurotransmitters), die ervoor zorgen dat een boodschap overgedragen wordt van de ene hersencel naar de andere. Als dit systeem wordt gestoord, ontstaat er een soort van kortsluiting in de hersenen. Sommige hersencellen worden overactief en gaan in het wilde weg elektrische signalen afgeven, waardoor andere hersencellen in de war raken. Het is te vergelijken met onweer in de hersenen: abnormale ontladingen van elektriciteit verstoren het normale functioneren. De epileptische aanval, ook wel insult genoemd, duurt meestal maar kort. Hoe de epileptische aanval zich uit, hangt af van de ernst en de plaats van de ‘kortsluiting’ in de hersenen. 

Wanneer je broer of zus een epileptische aanval krijgt, kan je dit soms goed merken. Dit kan erg heftig en eng zijn om te zien. Het lichaam kan bijvoorbeeld gaan schokken, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Er zijn ook epileptische aanvallen waar je als buitenstaander niets van merkt.

Een aanval kan zich op verschillende manieren voordoen. Iemand kan bijvoorbeeld vallen, schokkende bewegingen maken, iets raars ruiken of even afwezig zijn (dit heet een absence). Als er geen aanval optreedt, dan functioneert iemand hetzelfde als een persoon zonder epilepsie.

Bij de helft van de epilepsiepatiënten is er geen aanwijsbare oorzaak. Bij anderen is epilepsie het gevolg van andere hersenaandoeningen, zoals hersenletsel door een ongeluk, een hersentumor, een ontsteking in de hersenen, een beroerte of zuurstoftekort. Daarnaast zijn er omstandigheden waarin een aanval wordt vergemakkelijkt, zoals stress of slaaptekort. Verstandelijk gehandicapten hebben vaker last van epilepsie dan anderen (zie ook verstandelijke beperking). 

Meer weten?
Kijk ook eens op de volgende websites voor informatie, tips en filmpjes: