|
||||||||||||||||||||||||
Hulp Een gezinslid met een chronische ziekte, beperking, psychische stoornis of verslaving heeft een enorme impact op het gezin en vraagt veel aandacht, inlevingsvermogen, geduld en energie. Hierdoor komen andere gezinsleden soms aandacht tekort. Ook als ouder of verzorger kun je jezelf of je partner soms tekort doen. Zorgen voor jezelf Er zijn twee mogelijkheden om het evenwicht te herstellen:
Ook inspanning kan ontspannend werken; denk aan wandelen, fietsen en sporten. Door beweging worden spanningen afgevoerd, blijft de conditie op peil en word je ‘gezond moe’. Sommige (meer geestelijke) activiteiten hebben een bijzondere waarde omdat ze nieuwe inspiratie, frisse ideeën of levenslust geven. Denk aan studeren, lezen en muziek. Ook (positieve) sociale steun kan je welbevinden vergroten en op deze manier van invloed zijn op je draagkracht. De centrale boodschap hierin is: je kunt zelf invloed uitoefenen op de balans door bewust ‘tegenwicht’ te bieden. Het is nodig om af en toe te ontspannen en bewust plezierige dingen te doen. De draaglast kun je vaak niet beïnvloeden, de draagkracht, dus je eigen gedrag, wel. En vergeet ook vooral niet om jezelf of je partner af en toe eens een compliment te geven. Communicatie buiten het gezin Het wordt soms ook als moeilijk ervaren om zelf om hulp te vragen, veel ouders zitten vast in hun hulpverlenende rol. Ondanks dit geven ouders aan behoefte te hebben om hun eigen verhaal kwijt te kunnen. Daarom is het belangrijk om in sociale contacten en communicatie buiten het gezin het sociaal contact wederkerig te houden. Dat wil zeggen dat je als ouder niet alleen een hulpverlenende rol inneemt, maar ook dat je voor jezelf een luisterend oor vindt. Er is dus sprake van een soort gelijkwaardigheid in het sociaal contact. Daarvoor is het voor jou als ouder van belang om aan te geven waar je behoefte aan hebt. Zoek een geschikt moment om de mensen uit je omgeving te informeren. Probeer rustig en helder je eigen gevoelens te benoemen. Door ‘ik’-boodschappen te geven houd je het bij jezelf en hoeft de ander zich niet aangevallen te voelen. Durf tegelijkertijd ook aan te geven waar je zelf behoefte aan hebt. Je kunt pas goed voor een ander zorgen als je ook goed voor jezelf zorgt.
|
|
|||||||||||||||||||||||
|